Matheus,
of Mathijs van der Sommen
Matheus, of Mathijs van der Sommen werd
in Eindhoven op zaterdag 27 november 1858 geboren als zoon van Thomas
van der Sommen, oud vier en dertig jaren en van beroep borstelmaker,
en Johanna Lutters oud negenentwintig jaren zonder beroep geboren om
drie uur des namiddags.
Getuigen bij de aangifte waren:
Franciscus Heijtens oud zeventig jaren en schoenmaker van beroep, en
Christiaan Huijbers oud vier en vijftig jaren, moebelmaker van
beroep. De aangifte vond plaats op maandag negenentwintig november
voor de ambtenaar van de burgerlijke stand der gemeente Eindhoven, de
heer C.M. Jongbloet.
Hij had een oudere broer Franciscus
Marcellus (1854 – 1921) die in 1895 trouwde met Goverdina Maria
Andriessen
en een jongere broer Cornelis Hendrikus
(1860 – 1925) die ook in 1895 trouwde met Francisca Helena
Petronella van Engelen.
Van vaders kant had hij een groot
aantal ooms en tantes.
Een van die ooms was oom Carolus (1834
– 1891) die in 1866 was getrouwd met Maria Agnes Smits, wiens zoon
Franciscus Thomas (1875 – 1932) mijn grootvader is.
Hij woonde een periode tussen 1880 –
1890 bij zijn oom Gerardus van der Sommen (1843 – 1909) en tante
Anna Christina Dings in Helmond
Hij huwde op 8 oktober 1891 met
Catharina Henrica Walbers (geboren 15 maart 1855 in het Belgische
Neerpelt) om op 2 juni 1895 alweer van te scheiden. (BS-H Eindhoven
en bericht in Peel – & Kempenbode van 17/07/1895)
Een aantal verwijzingen naar
bekendmakingen van notaris Fens in de lokale kranten hebben
betrekking op hem in relatie tot een timmermanswinkel aan de Groote
Berg D740:
De Meijerijsche Courant van 8-4-1893 en
22-4-1893.
De Peel- & Kempenbode van 22-4-1893
spreekt van een nieuwe timmermanswinkel in het winkelhuis Groote Berg
D740
Maar in de Peel- & Kempenbode van
29-4-1893 en de Meijerijsche Courant gaat het over de inboedel van de
timmermanswinkel aan de Groote Berg.
Dat hij in die tijd geen lievertje was
blijkt uit de volgende vonnissen van de Bossche rechtbank:
1890 (242,174) belediging / hoon,
1890 (244,5) wegens vernieling,
1890 (244, 43) wegens zware
mishandeling,
1894 (281,49) medeplichtigheid aan
diefstal,
1895 (292,79) Huisvredebreuk.
Een aantal opmerkelijke berichten over
hem zijn te vinden in verschillende lokale en regionale kranten:
De Meijerijsche Courant van 2 augustus
1899 bericht:
In
elke stad, in elke plaats, worden er van die personen aangetroffen,
bij allen bekend, bij groot en klein, arm en rijk, die als levende
illustraties kunnen worden beschouwd van atelier, werkwinkel en
straat. Zoo hebben wij hier den ouden Garibaldi, die met den
Italiaanschen roode echter niets anders gemeens heeft dan nu en dan
de kleur van zijn hemd, een steenhouwer van de wel bekende firma
Kever- Barette te dezer stede, die reeds lange jaren geleden, toe hij
bij het bouwen onzer nieuwe kerk (de Sint Catharina-kerk in
Eindhoven, red.) van de hoge gewelven naar beneden viel; terwijl
iedereen toeschoot, in de meening nog slechts een vreeselijk verminkt
lijk op te rapen, van nabij kennis maakte met den dood. Hij stond
echter op, alsof er niets gebeurd was en had slechts behoefte aan
iets, wat den man wel eens booze parten speelt. Thans maakt men zich
in de Heilige Geeststraat , waar de jubilaris woont, gereed
aanstaanden Zondag zijn zilveren huwelijksfeest te vieren. En 't zal
er spannen, verzeekert ons een buurman, want de man telt onder de
zijnen slechts vrienden.
Bij
deze gelegenheid zal 't ook vijfentwintig jaar geleden zijn, dat
Garibaldi bij de firma Kever-Barette alhier werkzaam is, waar 't hem
op zijn dubbelen feestdag niet aan blijken van belangstelling zal
ontbreken.
De bouw van de Sint Catharinakerk
(ontleend aan het boek “Rond onze stadskerk” uitgegeven door
heemkundige studiekring “Kempenland” in 1954
In
1857 nam het kerkbestuur het besluit de oude Catharinakerk af te
breken en een nieuwe grotere kerk te doen bouwen naar ontwerp van de
Roermondse architect. Dr P.J. Cuijpers.
Nadat
in september 1989 een noodkerk in gebruik was genomen aan de Ten
Hagestraat kon met de afbraak van de oude kerk worden begonnen. Het
kerkbestuur richtte zich met een bedelbrief tot haar 3000
parochianen, die met elkaar 60000 gulden bijeen wisten te brengen.
Toen
het kerkterrein in augustus 1860 bouwrijp werd opgeleverd kon op 10
september met het leggen van de fundamenten voor de nieuwbouw worden
begonnen.
Op
30 april 1861 werd plechtig de eerste steen gelegd. De bouw vorderde
voorspoedig en zonder ernstige ongelukken. In 1864 werden de torens
opgetrokken en in juni van dat jaar bekroond met de vergulde lelie
en haan waarna in oktober de wijzerplaten van de torenklok werden
geplaatst.
In
1867 was het grote werk voltooid. Op 29 juni 1867 werd de kerk
ingewijd en werd de eerste heilige mis opgedragen door deken van
Someren.
De Meijerijsche Courant van 5 oktober
1905 weet te melden:
Zekere
als Garibaldi bekende S. bezorgde dinsdag onze gemeentepolitie heel
wat last. Na een brood gekocht te hebben bij zekeren bakker D. dat
hij niet betaalde, wilde agent van politie M. hem wegens dronkenschap
arresteren, doch slaagde hierin niet wegens hevig verzet van S.
Slechts toen aan het bureau assistentie was gevraagd kon men met
groote moeite hem in arrest brengen.
Waarna dezelfde krant op 16 oktober
1905 het verhaal vervolgt:
Voor
het kantongerecht alhier werd gisteren geëist tegen de welbekenden
S. bijgenaamd Garibaldi, wegens openbare dronkenschap, drie weken
hechtenis en een jaar opzending. Dezelfde heeft nog een drietal
maanden te goed wegens verzet tegen de politie.
De Meijerijsche Courant enige
jaren later (1 juli 1908):
Zekere
S. bijgenaamd Garibaldi was voor geruimen tijd van hier uitgeweken
wegens veroordeling tot een jaar opzending ook zoo gedeserteerd voor
den landmacht. Toen hij een dezer dagen den lust niet kon weerstaan
naar Eindhover terug te keren, heeft onze politie hem in verzekerde
bewaring genomen.
Uitvoeriger
bericht de Peel- & Kempenbode van dezelfde datum:
Garibaldi
en de Landweer
Garibaldi
jr., de Eindovensche natuurlijk, Garibaldi sr., op wien een niet
onwaardige herinnering heeft gerust uit den tijd dat hier de
parochiekerk gebouwd werd, is reeds lang ter zielen, Garibaldi jr.
moest naar de Schans, doch had de grenzen gesteld tussen zijn
vrienden van de politie en zijn eigen interessante persoonlijkheid.
De twee jaartjes waren voorbij en de man, die zeer goed wist, dat hij
uit dien hoofde niets meer had te vrezen, kwam eens even kijken, hoe
de vrienden 't maakten, doch dacht er blijkbaar niet aan dat hij
deserteur was van de landweer. De politie had hem spoedig te pakken
en daar de man niet zeer gewillig was, werd hij met duimschroeven aan
naar den Bosch gebracht.
Knipsel uit de site van de landmacht:
De
Landweer-wet aangenomen 24 juli 1901
De
nieuwe wet creëert naast het leger een 'landweer'. Deze fungeert als
reserve voor het leger. De dienstplichtigen worden na een oefentijd
van acht en een halve maand automatisch ingedeeld bij de landweer.
Zij zullen per jaar drie weken voor herhalingsoefening worden
opgeroepen. De totale mobiliseerbare sterkte van de
landstrijdkrachten komt hiermee op 200.000. Met deze wet komt een
einde aan het bestaan van de aloude schutterijen.
Op dit punt sluipt er enige onzekerheid
in mijn onderzoek.
De link Matheus van der Sommen –
Eindhovense Garibaldi is gelegd door de zoekmachine van het RHC-e het
regionaal historisch centrum Eindhoven. Maar in de bronnen zelf is
daarvan niets terug te vinden. En plots blijken er twee eindhovense
Garibaldi's te zijn. Jr. en Sr. Zijn ze familie van elkaar en heten
ze allebei Matheus van der Sommen?
En een andere vraag: hoe kan iemand die
in 1899 zijn vijfentwintig jarig jubileum vierde bij de Firma Kever
Barette, en dus in 1874 in dienst trad, meegeholpen hebben aan de
bouw van de Catharinakerk, die plaats vond tussen 1860 en 1867?
Ik zoek verder.
In de Burgelijke Stand van Eindhoven
vind ik een overlijdensakte van Matheus van der Sommen van 24 - 11 –
1908
De volgende verwijzingen naar
persberichten over zijn overlijden moet ik nog nagaan:
Peel- & Kempenbode van 21-11-1908:
bijnaam Garibaldi overleden in 's Bosch 49 jaar.
En de
Meijerijsche Courant van dezelfde datum: bijnaam Garibaldi
overleden in 's Bosch 49 jaar.
Merkwaardigerwijze
volgen jaren later nog een aantal berichten in de Meijerijsche
Courant over een van der Sommen met bijnaam Garibaldi namelijk op
21-09-1915 (blz3.) en op 7-09-1916 (pagina 2) volgens welk bericht
iemand met bijnaam Garibaldi gearresteerd zou zijn in verband met een
moord in Geldrop.
Ik
breng een bezoek aan het BHIC (Bosch Historisch Informatie Centrum)
op vrijdag 14 februari 2006.
Gevestigd
in het bastion in 's-Hertogenbosch, het fraai gerestaureerde fort
van waaruit de katolieke stad eertijds in bedwang werd gehouden door
de republiekijnse troepen.
Op
zoek naar gegevens over de laatste dagen van Matheus raadpleeg ik de
inschrijvingsregisters van de gevangenissen van 's Hertogenbosch. Ik
snuffel in de registers van 1908 en vind na lang zoeken onder
inschrijfnummer 1632:
naam:
|
Matheus
van der Sommen
|
beroep:
|
timmerman
|
geboren:
|
Eindhoven,
27-11-58
|
verblijfplaats:
|
zonder
|
rechtscollege
enz:
|
bevel
voorlopige aanhouding rechter commisaris van 's Hertogenbosch 7
september 1908, gevangenhouding met verwijzing rechtbankvonnis dd
18 sept 1908
|
strafbaar
feit:
|
Diefstal
en landloperij
|
Datum
opneming in gesticht
|
07-09-08
|
Dagtekening
vertrek
|
29-09-08
|
Signalement:
|
Lengte 1,67 m;
haar: br;
aangezicht: ovaal;
bijzondere
kenmerken: geen
|
En
even verderop onder nummer 1769:
naam:
|
Matheus
van der Somme
|
beroep:
|
luciferskoopman
|
geboren:
|
Eindhoven,
27-11-58
|
Woon-
of verblijfplaats:
|
zonder
|
rechtscollege
enz:
|
bevel
voorlopige aanhouding Rechter Commisaris van 's-Hertogenbosch 19
november 1908.
|
strafbaar
feit:
|
Landloperij
|
Datum
opneming in gesticht
|
19-11-08
|
Dagtekening
vertrek
|
20-11-08
|
Signalement:
|
Lengte 1,67 m;
haar: br;
aangezicht: ovaal;
bijzondere
kenmerken: geen
|
Opmerking:
|
Door
ophanging zich zelf van het leven beroofd.
|
E.e.a.
lijkt te bevestigen dat de Matheus van der Somme(n) en degene die in
de krantenberichten van 21 november 1908 wordt aangeduid als
Garibaldi een en dezelfde persoon zijn.
Het lijkt erop dat hij in de zomer van
1908 volkomen aan lager wal geraakt, na talrijke aanhoudingen wegens
dronkenschap, diefstal en landloperij, geen andere uitweg meer zag
uit de misere dan zich zelf van in de cel het leven te beroven.
Wat ik in de inschrijvingsregisters van
de Bosche gevangenissen aantrof was mager. Ik hoop meer te vinden in
die van het Eindhovense Kantongerecht.
Het inschrijvingsregister gaf wel een
aardige indruk van strafbare feiten en bijbehorende straffen in die
tijd. Hieronder een vrij willekeurige bloemlezing (bron
inschrijvingen Bosche strafgevangenis 1908):
Naam
|
Strafbaar feit
|
Straf
|
Wilhelmus van
Aalst
|
Wateren op
straat
|
Een dag of fl.
1,-
|
Jacobus van
Gulik
|
Nachtgerucht
|
Twee dgn of fl.
2,-
|
Leonard van
Engelen
|
Burengerucht
|
Drie dgn of fl.
8,-
|
Maria
Nettenbreyer
|
Geraas maken
|
Een dag of fl
2,-
|
Johannes Smits
|
Rijden met niet
verlicht gespan
|
Een dag of fl.
1,-
|
Adrianus Petrus
de Swart
|
Desertie
|
Acht dagen met
aftrek
|
Johannes van
Tilburg
|
Belediging van
zijnen meerdere in rang
|
Twee maanden
|
Johannes van
Zoggel, Sint Michielsgestel
|
Zich over tijd
in den herberg bevinden
|
Een dag of fl.
1,-
|
Jean Baptist
Petrus Tromp
|
2e desertie
|
Drie weken
|
Cornelis van
Vugt
|
2e desertie
|
Vier weken
|
Arnoldus Roos
|
Niet de
aangewezen richting volgen
|
Twee dagen of
fl. 2,-
|
Adrianus Petrus
|
Spelen met geld
|
Een dag of fl.
1,-
|
Maar
verreweg de meeste inschrijvingen hadden te maken met dronkenschap,
diefstal en landloperij. Waarbij ook het aantal 2e, 3e, 4e en verdere
veroordelingen met exponentieel toenemende straffen opvalt.
F.
van der Sommen, februari 2006