maandag 10 mei 2021

Thomas Johannes Matheus van der Sommen (Eindhoven 1888 - New York 1937)

 

Welk verhaal zit er achter het volgende familiebericht?


In Dagblad “De Locomotief” Semarang, van 25 februari 1937 is het volgende familiebericht te lezen:


Heden ontving ik het droevig bericht, dat na een kortstondige ziekte en na voorzien te zijn van de H.H. Sacramenten der stervenden is overleden in het St. Mary Hospital te New York U.S. Amerika mijn stiefzoon Thomas Johannes Mattheus van der Sommen uit aller naam G.B.M. Reemers Waterlooplein Oost 3. Batavia-Centrum. 20 februari 1937


Dit bericht riep vele vragen op. Wie was deze Thomas van der Sommen? Hoe zo had hij een stiefvader in Nederlands Indië? En hoe kwam hij te sterven in een ziekenhuis in New York City?

De volgende gegevens over hem kon ik al in mijn stamboomarchief vinden:

Thomas Johannes Mattheus van der Sommen werd op 3 februari 1888 geboren in Eindhoven als zoon van Johannes Theodorus van der Sommen en Catharina Maria Roolant.

Uit het bevolkingsregister blijkt dat hij in 1913 van Apeldoorn naar den Haag verhuist, en in 1915, na op enkele adressen in den Haag te hebben gewoond, naar Rotterdam verhuist.

Via een zoektocht door historische kranten via KB.nl (Koninklijke Biblotheek) lees ik in de “Peel- en Kempenbode” van 29 maart 1902 het volgende bericht, waaruit blijkt dat ene heer G.B.M. Reemers in een pand wil verkopen aan de Kleine Berg in Eindhoven:

En een week later dat hij hetzelfde pand wil laten veilen:

In november 1907 verschijnt de volgende advertentie in de Apeldoornsche Courant:

James Calder&Co Alloa Ltd; Are we down hearted No Oatmeal Stout verkrijgbaar bij den Heer G.B.M. Reemers.


Op 1 januari 1908 adverteert hij namens de firma Dijkhuis en Marcus aan de Stationstraat DD90 in Apeldoorn.

Op 2 mei 1908 laat de burgemeester van Apeldoorn weten dat door G.B.M. Reemers een vergunning tot verkoop van sterke drank is aangevraagd.


Daarna volgen nog verschillende advertenties om de drankhandel te stimuleren. Bijvoorbeeld deze fraaie advertentie uit 1911:



Het bedrijf heeft zelfs telefoon:

Intercommunaal Telefoon 24. En het Bass & Co Stout wordt zelfs aanbevolen door H.H. Doctoren!

Maar in mei 1912 is het helemaal fout tussen de heer Reemers en de Beiersch Bierbrouwerij de Amstel en zien we in deze advertentie, dat de samenwerking wordt verbroken.


In juni van dat zelfde jaar kunnen we in diverse kranten lezen dat over de heer Reemers het faillissement is uitgesproken.


Waarna zijn huis en inboedel worden geveild en verkocht.

Tenslotte blijkt mijnheer Reemers samen met zijn ec


htgenote, op 8 oktober 1912 aan boord van de S.s. Koningin der Nederlanden, onder gezagvoerder P. Ouwehand van Amsterdam naar Batavia te zijn vertrokken. Zonder zijn stiefzoon Thomas Johannes Matheus dus.


Tijd om te kijken hoe het met de biologische ouders van Thomas zit.

De vader van T.J.M. zoals ik hem verder zal aanduiden, is Johannes Theodorus van der Sommen, op 22 juni 1863 in Eindhoven geboren als vijfde kind van Thomas van der Sommen, borstelmaker te Eindhoven en Johanna Lutters uit Deurne.

Johannes Theodorus, huisschilder te Gestel, trouwt op 27 september 1886 23 jaar oud in Gestel met Catharina Maria Rooslant, oud 21 jaar, naaister wonende te Gestel, wier vader Rijksambtenaar was in 's-Hertogenbosch.

Op 3 februari 1888 wordt zoon Thomas Johannes Matheus in Eindhoven geboren.

Wanneer en waarom echtpaar met kind naar België zijn verhuisd en in Borgerhout zijn neergestreken heb ik nog niet kunnen achterhalen. Maar vanaf 12 augustus 1898 is het jonge gezin weer even in Eindhoven , Berg E891, afkomstig van Borgerhout bij Antwerpen, maar vertrekt op 24 december daaropvolgend alweer naar Antwerpen. Zoals is te lezen in het bevolkingsregister van de gemeente Eindhoven van 1890. Het beroep van de hoofdbewoner: Schildergast.


Het volgende document dat ik kan traceren met betrekking tot het echtpaar van der Sommen – Roolant komt uit de Burgerlijke Stand van de gemeente Groesbeek:



Op 23 juli 1903 trouwt Catharina Maria Roolant, inmiddels gescheiden van J.T. van der Sommen, met Gerardus Bernardus Maria Reemers, die ze wellicht in Eindhoven heeft leren kennen. En kennelijk brengt ze haar zoon T.J.M. mee in het huwelijk en wordt Gerard zo de stiefvader van de inmiddels 15 jarige T.J.M.


Het volgende document dat ik kon vinden bevindt zich in het archief van Ellis Island, New York. Het eiland waar elke vreemdeling, die de Verenigde Staten aan de oostkant binnenkwam per boot werd geregistreerd.



Daaruit blijkt dat op 5 februari 1919 het stoomschip de Poeldijk bij Ellis Island aankwam met Thomas J.M. van der Sommen als een van de elf bemanningsleden.

De bemanning bestond naast kapitein B. Meyer uit tien bemanningsleden en een verstekeling:

Vier trimmers, een boilerboy, een hoofd steward en twee stewards, een kok en een koksmaatje.

Thomas was een van de twee stewards, 31 jaar oud en 5 feet, 9 inches groot. Als enige werd bij hem geen “no” ingevuld bij de rubriek bijzondere kenmerken, maar is “no” doorgestreept en staat er iets als “heftige blinde”. Maar, omdat de rest in het Engels is ingevuld, vermoed ik toch dat op deze moeilijk leesbare plaats iets anders bedoeld is.

De verstekeling is kennelijk in Rotterdam al aan boord gekomen. Zijn naam is Eugen Schulz Bebiosi, oud 30 jaar en met de Duitse nationaliteit. Hij mag niet van boord, voordat papieren voor hem in orde zijn gemaakt. Omdat er ook een foto van hem moet worden gemaakt, duurt dat enkele dagen.

Grappig is, dat het archief van Ellis Island gegevens van SS de Poeldijk heeft toegevoegd, die overduidelijk niet kloppen:

De Poeldijk die zij ten tonele voeren is een schip dat in 1902 in Alblasserdam gebouwd is en in 1917 getorpodeerd en gezonken. Dus enkele jaren voordat hij in New York aankwam.

De juiste Poeldijk is in 1907 gebouwd in Newcastle voor de Holland Amerika Lijn.



Het volgende spoor van Thomas J. M. duikt op als hij op 2 april 1924 in Rotterdam in het huwelijk treed met Regina Wilhelmina Wolff. Hierbij de huwelijksakte:



Thomas is dan 36 jaar oud. En Regina zelfs 46 jaar. Het beroep van Thomas: scheepsbediende. De tekst van de akte luidt als volgt: Heden twee April negentienhonderd vierentwintig is voor mij, ambtenaar van de burgerlijke stand van Rotterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente verschenen ten einde het huwelijk aan te gaan Thomas Johannes Mattheus van der Sommen, oud zesendertig jaar, scheepsbediende, heboren te Eindhoven, wonende alhier, meerderjarige zoon van Johannes Theodorus van der Sommen en Catharina Maria Roolant, directeur en directrice van een weeshuis, beiden woonende te Batavia (Nederlandsch Oos-Indië) en Regina Wilhelmina Wolff, oud zesenveertig jaren, zonder beroep, geboren te Nijmegen, wonende alhier, weduwe van Frans Coenders, meerderjarige dochter van Johannes Wilhelmus Wolff, zonder beroep, woonende te Nijmegen, en Petronella de Bock, overleden. De afkondiging van het huwelijk is ongehinderd geschied op twee en twintig Maart deses jaars.


Zeer verrassend is, dat stiefvader Gerard Reemers kennelijk uit beeld is. Dat Johannes Theodorus van der Sommen en Catharina Maria Roolant weer bij elkaar zijn en samen een weeshuis runnen in Batavia. De vraag dringt zich op of Theodoor op zeker moment het echtpaar Reemers achterna is gereisd naar Batavia, en haar daar heeft teruggewonnen.

Stof voor verder onderzoek. Wat is er bekend over de weeshuizen in Batavia rond 1920? En is Theodoor terug te vinden op de passagierslijsten, die in die tijd regelmatig in de kranten verschenen.

vdS09052021